De verzorging van een hond:

Een gezonde, levenslustige hond is een hond die de verzorging krijgt die hij nodig heeft. Bij de verzorging van je hond komt veel kijken. Niet alleen moet je hem de goede voeding geven, maar je moet er ook voor zorgen dat hij zijn energie kwijt kan en dat zijn vacht in een goede conditie blijft. En is je hond de hele dag lekker bezig geweest, dan is voldoende rust ook belangrijk.

Bezig zijn, rust en slapen...

Pups en jonge honden hebben veel behoefte aan regelmaat, rust en slaap. Als ze wakker zijn, doen ze immers zo veel indrukken op. Ze spelen, onderzoeken en gaan op avontuur. Ze kennen vaak hun eigen grenzen nog niet en gaan door totdat ze er letterlijk bij neervallen. Een pup die meer dan een half uur in de weer is geweest, is moe. Honden die ouder worden hebben minder slaap nodig, terwijl de oude hond juist weer meer slaapt. Maak een schema met vaste punten, zoals uitlaten, spelen, eten, rusten en slapen, zodat je zeker weet dat de hond de rust en slaap krijgt die bij zijn leeftijd past. Weet je niet precies welke inspanning op welke leeftijd bij je hond past, vraag het dan aan de fokker. Voer de activiteiten in ieder geval langzaam op; je pup hoeft niet meteen een topprestatie te leveren. Bouw de oefening of training op door dit een paar keer per dag in blokjes van vijf tot tien minuten te doen. Doe dit op logische momenten. Je kunt het commando zit bijvoorbeeld oefenen bij het eten geven, bij het omdoen van de lijn of bij de stoeprand voor het oversteken. Honden die bijzondere inspanningen leveren, zoals sledehonden en jachthonden, hebben na de gedane arbeid rust nodig. Geef ze een eigen, rustige en veilige plek waar ze kunnen rusten of slapen. Slaapt de hond, laat hem dan lekker slapen en stoor hem niet. Honden die opgroeien in een drukke, nerveuze of lawaaierige omgeving lopen eerder de kans onzeker of neurotisch te worden dan honden die evenwichtig opgroeien met voldoende rust en regelmaat. Ook na het eten is het tijd voor een dutje; rennen of spelen met een volle maag is voor geen enkele hond goed.

Uitlaten...

Het is belangrijk om je hond een aantal keer per dag uit te laten. Ga uit van ten minste vier keer per dag en doe dit zo veel als mogelijk op vaste tijden. Te beginnen bij het opstaan en eindigend voordat je naar bed gaat. Is je hond nog niet zindelijk, houd er dan rekening mee dat als pups wakker worden of gegeten hebben, er altijd een plasje of een hoopje volgt. Zorg er voor dat anderen geen overlast ondervinden van je hond als je hem uitlaat. Zorg er voor dat je hond goed weet wie de baas is en geen dingen vernielt. Natuurlijk moet hij ook niet vechten met soortgenoten of zich agressief gedragen ten opzichte van mensen. Leer je hond om in geval van nood zijn behoefte naast de stoep te doen. Het spreekt voor zich dat je zakjes meeneemt om de hondenpoep op te ruimen. Als eigenaar ben je verantwoordelijk voor het gedrag van je hond. Tijdens het uitlaten lopen veel honden het liefst los. Helaas kan dat niet bij elk ras. Niet getrainde honden met veel jachtinstinct nemen zoveel ruimte als je ze loslaat dat je ze niet meer onder bedwang kunt houden. Daardoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Laat je je hond los, let dan goed op bij plaatsen met in de omgeving verkeer. Een verkeersongeluk vormt één van de meest voorkomende doodsoorzaken bij honden. Je hond mag niet overal loslopen. In de Algemene Plaatselijke Verordening legt de gemeente vast of en waar honden mogen loslopen. Houd je aan de regels. Doe je dat niet, dan riskeer je een bekeuring. Gebeurt er een ongeluk doordat je hond losloopt op een plek waar dat niet mag, dan ben je als eigenaar bovendien altijd de schuldige.

Bewegen...

Als je je hond uitlaat, is het belangrijk dat hij zich ook kan ontspannen en kan rennen en spelen met soortgenoten. Je hond heeft beweging nodig. Honden die iedere dag in contact komen met soortgenoten tijdens het uitlaten, leren zich spelenderwijs sociaal gedragen. Maar beweging stimuleert ook de ontwikkeling van je hond, met name van de spieren. Houd wel rekening met je hond: een pup kan nog geen lange wandelingen maken en ook lopen naast de fiets is voor pups niet geschikt. Vraag je fokker naar de minimale en maximale beweging die je pup of jonge hond moet of mag hebben. Een oude hond geeft zelf aan wanneer het hem teveel gaat worden. Zijn tempo zakt dan.

Voeding...

Goede voeding is van grote invloed op de gezondheid van je hond. Kies daarom het voer dat het beste bij hem past. Een pup heeft een andere voedingsbehoefte dan een volwassen hond en een oude hond heeft een aangepast dieet nodig. Volg zeker in het eerste levensjaar van een pup het voedingsadvies van de fokker op. Er zijn verschillende soorten voeding: Droogvoer (brokken); Dinervoer, dat je aanlengt met water; Blikvoer; Vers ingevroren vlees; Puur vlees; Complete (zelf samengestelde) maaltijd. Er zijn veel merken hondenvoeding op de markt. De prijs van voer varieert sterk. Bedenk: alle waar is naar zijn geld. Wil je wisselen van merk, bouw dit dan rustig op via een mix van oud en nieuw voer. Brokken zijn goed voor het gebit en bevatten in principe alles wat een hond nodig heeft. Je kunt dit met ander voer afwisselen, maar doe dit dan wel met een regelmatig patroon. Houd in de gaten dat je hond voldoende voedingsstoffen krijgt: een hond is een alleseter, maar niet in alle etenswaren zitten genoeg voedingsstoffen.